"Wees slimmer"
"Hey, wees slimmer!" Ik stond de vorige week naar een jeugdwedstrijd te kijken toen een coach deze fascinerende aanwijzing naar een speler schreeuwde. Ik loop er al een week over na te denken. Vragen die zoal bij mij opkomen: Wat bedoelde de coach? Slimmer dan wie? De tegenpartij? Dan de vorige actie? Of slimmer dan dat die speler ooit was? Maar ik zit vooral te bedenken wat die speler moet doen? Hoe laat hij zien dat hij slimmer is? En als hij het blijkbaar niet is, snapt hij dan wat van de aanwijzing? Ik kom er niet uit.
Dat aanwijzingen schreeuwen langs de kant van ouders en coach is sowieso een bijzonder gebeuren. Het lijkt er op dat de meeste trainers (en ouders) de spelers beschouwen als slechtwerkende Duracell-konijntjes waarbij alleen met schreeuwen de batterijen opnieuw geladen worden.
"Kom op, nou... !", "Hééeey", "Doorlopen!", "Overspeeeluh", "Opletten!", "Achter je!", "Omschakeluh! ". Die laatste kreet is van een leider die op de KNVB-cursus is geweest. Voordat je een cursus hebt gehad roep je: "Teruuûg! ", of "Naar voóóóoren!". Na de cursus heet dat omschakelen.
De vele kreten tonen het wantrouwen over de inzet van de jeugdspelers. Blijkbaar hebben veel trainers en ouders het idee dat als ze niets zeggen, dat alle Duracell-konijntjes in het veld stilvallen.
En stilvallen is geen optie, want inzet is waar het om gaat bij jeugdsport. Als ergens een wedstrijd verloren wordt, wordt de schuld - door supporters, ouders en trainers - als vanzelf gelegd bij onvoldoende inzet. Ik denk dat ze drie zaken over het hoofd zien.
Uiteindelijk ging hij naar zijn kampioenswedstrijd met drie dingen in zijn hoofd die hij goed kon doen: rustig blijven als hij ging schieten, vrijlopen en meehelpen de bal afpakken ook al was hij spits.
Dat aanwijzingen schreeuwen langs de kant van ouders en coach is sowieso een bijzonder gebeuren. Het lijkt er op dat de meeste trainers (en ouders) de spelers beschouwen als slechtwerkende Duracell-konijntjes waarbij alleen met schreeuwen de batterijen opnieuw geladen worden.
"Kom op, nou... !", "Hééeey", "Doorlopen!", "Overspeeeluh", "Opletten!", "Achter je!", "Omschakeluh! ". Die laatste kreet is van een leider die op de KNVB-cursus is geweest. Voordat je een cursus hebt gehad roep je: "Teruuûg! ", of "Naar voóóóoren!". Na de cursus heet dat omschakelen.
De vele kreten tonen het wantrouwen over de inzet van de jeugdspelers. Blijkbaar hebben veel trainers en ouders het idee dat als ze niets zeggen, dat alle Duracell-konijntjes in het veld stilvallen.
En stilvallen is geen optie, want inzet is waar het om gaat bij jeugdsport. Als ergens een wedstrijd verloren wordt, wordt de schuld - door supporters, ouders en trainers - als vanzelf gelegd bij onvoldoende inzet. Ik denk dat ze drie zaken over het hoofd zien.
Soms is de tegenstander simpelweg beter (of slimmer ;-) ). Weliswaar geen jeugdwedstrijd maar een mooi voorbeeld was de eerste en tweede helft van de laatste Nederland-Duitsland. Na afloop waren alle analisten het erover eens dat in de tweede helft veel beter gestreden was door het Nederlands Elftal. Totdat Frenkie de Jong na afloop met een andere verklaring kwam. Door slechte bezetting van het veld leek het alsof Nederland veel minder zijn best deed maar het elftal liep gewoon achter de feiten aan. Na een omzetting in de rust was dit probleem getackeld en kon Nederland voetballen. Niks slechte inzet maar een verkeerde tactiek. Ik kijk uit naar de tijd dat Frenkie stopt met voetbal. Hij is een verademing vergeleken met de meeste analisten die nu hun gewauwel op je loslaten.
Een tweede oorzaak waardoor spelers minder hun best lijken te doen komt veel bij de jeugd voor: onzekerheid. Mijn zoon kon vorige week kampioen worden en dit gesprek had ik met hem in de week vooraf:
Een tweede oorzaak waardoor spelers minder hun best lijken te doen komt veel bij de jeugd voor: onzekerheid. Mijn zoon kon vorige week kampioen worden en dit gesprek had ik met hem in de week vooraf:
- "Papa, ik vind de wedstrijd van zaterdag leuk maar eigenlijk ook niet leuk."
- "Waarom is de wedstrijd ook niet leuk?", vroeg ik
- "Ik ben bang dat we de wedstrijd gaan verliezen en dat ik heel slecht speel."
- "Waarom ben je bang dat je slecht speelt?"
- "De trainer zegt dat altijd. Hij zegt vaak dat ik mijn best niet doe."
- "Klopt dat dan, doe je je best niet?"
- "Ja, ik denk het wel, want ik schiet altijd te snel omdat ik bang ben dat ik het fout doe. En dan doe ik het juist niet goed."
Ik besloot het gesprek over een andere boeg te gooien.
- "Hoeveel minuten heb je de bal in een wedstrijd?'
- "Vijftien", riep hij optimistisch.
Na wat rekenwerk kwamen we uit op drie minuten.
"Wat kan je goed doen in de 57 minuten dat je de bal niet hebt?", vroeg ik
"Vrijlopen", zei hij
- En wat als de tegenpartij de bal heeft?"
"Afpakken", zei hij. "Maar, ik moet altijd voor blijven, want ik ben spits."
"Maar kan je dan niet meehelpen?"
Uiteindelijk ging hij naar zijn kampioenswedstrijd met drie dingen in zijn hoofd die hij goed kon doen: rustig blijven als hij ging schieten, vrijlopen en meehelpen de bal afpakken ook al was hij spits.
Een derde en volgens mij meest voorkomende oorzaak van vermeend niet je best doen zit hem in concentratie en spanning. Voor een wedstrijd heb je de juiste spanning nodig. De ideale prestatietoestand heet dat. Echter bij veel jonge spelers is - zeker bij kampioenswedstrijden - de spanning veel te hoog. Het gedrag wat je ziet is echter vrijwel hetzelfde als bij te lage spanning en onderschatting: apathie, oftewel freeze en flight.
Maar in plaats van de spanning weg te nemen bij de spelers, vliegen de coaches er bovenop en blèren de stilstaande strakgespannen konijntjes een stuk verder naar rechts in de grafiek. En dat werkt alleen maar averechts met vaak als resultaat: wedstrijd verloren en een coach (en ouders) die blijft foeteren op de slechte inzet van zijn spelers. Kortom, aanwijzingen geven en omgaan met spanning en inzet is een kunst op zich.
En o ja, om het verhaal af te maken, hij speelde een prima wedstrijd met een - koelbloedig - doelpunt en pakte veel ballen af. Maar of hij nu slimmer was, dat weet ik niet. Dat zal altijd wel een vraag blijven.
Maar in plaats van de spanning weg te nemen bij de spelers, vliegen de coaches er bovenop en blèren de stilstaande strakgespannen konijntjes een stuk verder naar rechts in de grafiek. En dat werkt alleen maar averechts met vaak als resultaat: wedstrijd verloren en een coach (en ouders) die blijft foeteren op de slechte inzet van zijn spelers. Kortom, aanwijzingen geven en omgaan met spanning en inzet is een kunst op zich.
En o ja, om het verhaal af te maken, hij speelde een prima wedstrijd met een - koelbloedig - doelpunt en pakte veel ballen af. Maar of hij nu slimmer was, dat weet ik niet. Dat zal altijd wel een vraag blijven.
Reacties