Zeven tegen zeven

Bij volleybal deed ik het al, één tegen één spelen. Eén tegen één volleyballen? Ja, ik werd inderdaad voor gek verklaard.  De sport waar je juist móet overspelen omdat je de bal niet twee maal achterelkaar mag raken. Dat kan toch niet? Bij mijn één tegen één mocht een speler de bal wel drie maal raken.



Het leuke van dat één-tegen-één spelletje vind ik dat spelers worden geconfronteerd met hun eigen fouten. Als je de bal niet onder controle brengt, heb je uitsluitend jezelf ermee. Je kan niet de schuld aan een medespeler geven. En dan de balcontacten, méér balcontacten dan in een één tegen één spelletje kun je niet krijgen. De speelsters vonden het heel leuk. We hielden er zelfs competities in.

Bij mijn pupillentrainingen spelen wij ook heel veel één tegen één. Vanwege dezelfde redenen. Je moet zelf de bal en je tegenstander onder controle krijgen. Er zijn geen uitvluchten. En wederom véél balcontacten.


Dat is ook waarom ik de nieuwe spelregels van de KNVB mij zeer bevallen. Vier tegen vier, zes tegen zes, acht tegen acht. Minder spelers in het veld betekent meer balcontacten, meer betrokkenheid en meer controle over het resultaat. Kortom minder spelers met één bal heeft voordelen.

Minder spelers in een team heeft meer voordelen. Als er minder mensen in een team zitten zijn er minder onderlinge relaties en daarmee minder gezeur.

Een oude volleybal-cursusleider zei mij ooit: "als je de keuze hebt tussen negen of tien speelsters in je selectie, ga voor negen. Dat is namelijk twaalf mogelijke kansen minder op mensen die niet zo goed met elkaar overweg kunnen." (*)

Minder in een team betekent ook minder invallers regelen. Geef toe, iedereen bellen of appen voor een extra speler; er zijn leukere bezigheden.




Bij 35+, Meisjes Onder 13 of Vrouwenvoetbal zie ik het toenemen. Geen elf tegen elf meer, maar zeven tegen zeven. Als ik zo zo vrij mag zijn de KNVB te adviseren: er is meer uit te halen!

Biedt alle Jeugd Onder 13, 15, 17 of 19 ook zeven tegen zeven-competities aan. En veel senioren in de (reserve)klassen zullen ook blij zijn met minder tegen minder.

Zeven tegen zeven speelt natuurlijk ook makkelijk op vrijdagavond of doordeweeks. Dus wellicht past deze oplossing ook in de zaterdag- en zondagproblemen bij de KNVB. En je wint sowieso 20% op het aantal velden dat je nodig hebt als er 28 in plaats van 22 spelers op een heel veld rennen.

Minder tegen minder voetballen is meer. Meer voetbalplezier, meer teamspirit en meer betrokkenheid. Elf tegen elf gaat natuurlijk niet weg, maar elf tegen elf is letterlijk van twee eeuwen geleden.

Volleybal schafte negen tegen negen in 1918 al af. Een eeuw later kan ook voetbal zich nog beter aanpassen aan de praktijk. Kortom minder tegen minder voetballen is meer en meer aantrekkelijk.


(*) Bij tien spelers zijn er 9x10 = 90 relaties tussen alle spelers. Bij negen spelers zijn dat 9x8=72 relaties.

Reacties

Bert zei…
Fantastisch blog weer Daan! Vijf jaar geleden tijdens een toernooi in Esbjerg, 7 tegen 7 gezien bij O12. Wij speelde, op dat zelfde toernooi, bij O12 in de categorie 11 tegen 11. Bij 11 tegen 11, veel lopen met de bal, veel passes die niet aankwamen, veel faalervaringen, traag spel. Bij 7 tegen 7, meer snelheid, meer balcontacten, meer plezier en meer publiek ook, maar dat laatste zal wel komen omdat de deelnemende teams uit het gastland kwamen ;-)

Berichten

Wisselen

Tactiek

Winnen

Opstellingen

Voetbaljeukwoorden

Meiden

Elf tips om kampioen te worden

Winnen, nu of later?